januari 4 2024

Drie verzen voor de kinderen van Gaza

I/III

Je hebt maar twee armen
sommige momenten zou je er
vier moeten hebben
Twee om je vermoord kind
vast te houden, twee om je
laatste zoon te troosten.
Je hebt geen woorden voor
hem om te vertellen waarom
de tiran zijn moeder, broers
en zussen heeft vermoord
Nergens en dan ook echt
nergens waren ze veilig.
Er werd een veilige vlucht-
route beloofd, het was een
route vol bommenregens.
Het huis waar ze dachten
veilig te zijn werd samen met
talloze andere huizen getrof-
fen door munitie met de
groeten van NL en de VS.
‘Mijn zoon, wij leven nog,
papa hoopt dat we deze
hel mogen overleven.
Ik heb maar twee armen,
en een ongesnoerde mond.
We klampen ons vast
aan de geuzenleus
‘Fromtherivertothesea
Palestinewillbefree’!’

 

II/III

Kom maar, kom, mijn lieve
kleine poppedeine.
Weet je nog lieve lieve
lieveling? Voordat de
bezetter jou dood maakte
zong ik vaak een liedje
voor jou, over ’n vrij land
over ’n mooi land, onderwijl
kuste ik jou talloze malen,
totdat jij verzonk in slaap.
Nu de witte vlag aan ons
huis door lachende sol-
daten is weggeritst heeft
de vijand zich vergist. In
mijn armen zul je nooit meer
slapen.
Ik, ik kan niet ophouden
met jou te kussen te
zoenen. Je bent nooit
genoeg gezoend.

 

III/III

Er valt niet aan te ontsnappen.
Terwijl elders in de wereld tal-
loze gedode dieren in stukken
gesneden in braadsledes en
sudderpannen liggen, snak
jij naar ’n slok schoon water
en een homp brood, meer
niet.
Je bent opgehouden met
tellen, je familie, je neven en
nichten, je buurkinderen, wie
blijven over?
Hoe eindigt dat aftelversje
ook alweer? Iet wiet waai-

 


Foto: Md Riyad Khan



Gepubliceerd 4 januari 2024 van Henk van Zuiden in categorie "Gedichten